Zuchtend en krakend
Draaide d’ oude aarde
Om haar stramme roestige as
Altoos amechtig ademend
Bijkans bezwijkend onder
Al wat haar destructief was
Schreide zij eerst nog bitter
Om blindheid en egoïsme
Van het menselijke ras
Welk met gif en haat
De moederschoot vol brakend
Haar rijkdommen weg graaide
Daarbij geen oog had
Voor dat wat noodzaak was
Zal zij toch mens niet bewenen
Als het misbruik is gestaakt
Als de beesten zijn verdwenen
Zich verstieten van hun steg
En tot in lengte der tijden
Haar oir Plantae en Animalia
Stoïcijns over het welzijn
Hunner moeder waakt
This entry has no comments
Sorry, but comments closed.